Beschrijving
Apistogramma nijsseni
Dit is een zeer mooie Zuid-Amerikaanse dwerg cichlide. Hij is meestal vreedzaam naar andere vissen, maar ze zijn wel territoriaal tijdens de paartijd. Desondanks kunnen ze meestal goed in een gezelschap bak. Deze vissen stellen veel eisen aan de water waarden, daarom is deze vis ook niet geschikt voor beginners.
Algemene informatie
Familie: Cichlidae
Maximale grootte: 8.5 cm (man), 7 cm (vrouw)
Temperatuur: 24 – 28 graden
pH: 5.0 – 6.5
Voeding
- Diepvries
- Eigen merk cichlide granulaat
- Levend voer
- Duetritus
Herkomst
Deze dwerg cichlide komt uit het Amazone-gebied, vooral in Peru. Hier leven ze in langzaam stromende rivieren, zijrivieren en beekjes. Deze zitten vol met dode bladeren, wortels en afgebroken takken. Deze gaan ontbinden en daardoor krijgt het water een geel-bruine kleur. Daarnaast komt er ook niet veel zonlicht door alle planten en bomen in en boven het water.
Inrichting van het aquarium
Voor een koppeltje moet je een aquarium hebben van minimaal 80 centimeter breed. De bodem moet bedekt worden met zand of filterzand, dit is zodat de cichliden erin kunnen graven. Met decoratie zoals stenen, wortels en stukken hout moeten veel schuilplekken en holen gemaakt worden. Ook kunstmatige gemaakt decoratie kan hiervoor gebruikt worden zoals keramische potten en PVC buizen. Daarnaast helpen planten ook met het creëren van extra schuilplekken. De Apistogramma macmasteri is een van de weinige cichliden die geen planten sloopt.
Het is ook aangeraden om dode bladeren in het aquarium te leggen. Terwijl deze ontbinden stimuleren ze de groei van goede micro-organismen en helpen ze bijvoorbeeld de zuurtegraad en hardheid van het water goed. Hierdoor krijgt het water ook een geel-bruine kleur net als in de Amazone. De bladeren kunnen na enkele weken vervangen worden of ze kunnen in het aquarium gelaten worden tot ze helemaal ontgaan zijn. Het plaatsen van een filter is een noodzaak, maar deze mag niet te hard stromen of te veel filtreren. Dit komt omdat het water in het natuurlijke habitat van de Macmasteri ook niet hard stroomt en omdat te veel filtreren de water waardes kan verslechteren. Regelmatige water wissels zijn wel noodzakelijk om het nitraatgehalte in de bak zo laag mogelijk te houden. Er moet niet te veel licht in het aquarium komen zodat de vissen zich thuis voelen. Drijfplanten, maar ook normale planten, kunnen hier goed bij helpen.
Als deze dwerg cichliden opgegroeid zijn in gevangenschap zijn ze uitstekend voor in gezelschap bakken, zolang de vissen maar niet te agressief zijn of zo klein dat ze als voedsel gezien kunnen worden. Als het wildvang is kunnen ze het beste alleen in een aquarium zitten of met vreedzame, rustige visjes die aan de bovenkant van het aquarium leven. Dit zijn de zogeheten ‘dither’ vissen, die helpen de Apistogramma om zich veilig te voelen doordat ze dan weten dat er geen roofdieren in de buurt zijn. Enkele goede voorbeelden van dit soort vissen zijn guppy’s, tetra’s, rasbora’s en danio’s. ‘Dither’ vissen kunnen ook uitstekend bij vissen die in gevangenschap gekweekt zijn natuurlijk. Als de bak 1,50 meter is of groter dan kunnen ze ook in een grotere groep gehouden worden, dan zie je meer natuurlijk gedrag. Er moeten dan minimaal drie mannen in het aquarium zitten en dan twee vrouwtjes per man, maar meer kan nooit kwaad.
Kweken
De kweek van deze soort is vrij lastig, vooral omdat het water zeer zacht en aan de zure kant moet zijn. In een aquarium met meerdere vrouwtjes is het belangrijk dat de vrouwtjes elkaars broedplaatsen niet kunnen zien, anders gaan ze die vernielen. Het vrouwtje zal een broedplaats uitkiezen in een hol of iets vergelijkbaars. Na het paren zal ze dan 60 tot 90 eieren leggen tegen het plafond van het hol aan en het vrouwtje zal deze bewaken terwijl het mannetje het territorium van het hele harem bewaakt. De eieren zullen na twee tot vier dagen uitkomen, afhankelijk van de temperatuur van het water. Het vrouwtje zal de jonge visjes nog een paar dagen bewaken voor ze ze uit het hol leidt. Vanaf dat moment is ze erg strijdlustig en zal de alle vissen die een gevaar vormen voor haar jongen weghouden. De jonge visjes kunnen gevoed worden met bijvoorbeeld artemia. Als het nest ontstaan is in een gezelschap bak is het verstandig om de andere vissen tegelijk te voeren met de jongen, alleen dan aan de andere kant van de bak. Dit zal helpen om de stress van het vrouwtje te verminderen. Soms zal het vrouwtje de jongen in haar mond nemen om ze naar een andere plek in het aquarium te verplaatsen, maar daar zal ze ze weer uitspugen.