Beschrijving
Clown killi / Epiplatys annulatus
Deze vis leeft in de bovenste delen van het aquarium. Ze zijn vreedzaam en ze kunnen goed bij vreedzame vissen van vergelijkbare grootte en bij sommige cichlides.
Algemene informatie
Latijnse naam: Epiplatys annulatus
Familie: Nothobranchiidae
Maximale grootte: 3 – 3.5 cm
Temperatuur: 20 – 26 graden
pH: 4.0 – 7.0
Voeding
Herkomst
Deze vis komt vooral voor in de laaglanden aan de kust in het zuiden van Guinea en Sierra Leone en in het noordwesten van Liberië. Hier leven ze in moerassen in het kustelijke deel van de savanne. Ze leven meestal in vers water, maar ze zijn ook gevonden in brakke habitats.
Inrichting van het aquarium
Deze soort zal er het beste uitzien in een natuurlijk aquarium, dus met veel planten en enkele stukken drijfhout of wortels als decoratie. De bodem kan het beste bedekt zijn met (filter)zand. Het is wel belangrijk dat de verlichting neit te sterk is, veel planten kan helpen de lichtinval te verminderen, zeker als er ook drijfplanten in het aquarium zitten.
Het is ook aan te raden om een aantal dode bladeren aan het aquarium toe te voegen. Als deze ontbinden helpen ze op de waterkwaliteit goed te houden en stimuleren ze de groei van goede bacteriën. De bladeren kunnen in het aquarium gelaten worden tot ze helemaal verdwenen zijn of ze kunnen om de paar weken vervangen worden voor verse exemplaren. Daarnaast is het ook een goede voedselbron voor kleine en/of jonge visjes.
Dit zijn vreedzame vissen en ze kunnen een goede keuze zijn voor een gezelsschapsbak. Veel vissen van vergelijkbare grootte kunnen bij deze Epiplaty, bijvoorbeeld tetra’s, zalmen, danio’s en corydorassen. Omdat ze de grootste deel van hun tijd in de bovenste delen van het aquarium zijn kunnen zelfs sommige chiclides bij deze soort.
Het is aan te raden om 8 of meer exemplaren in een aquarium te zetten omdat het groepsvissen zijn, maar wel minder dan de meeste soorten. Van meer soortgenoten zullen ze niet minder schuw worden, maar ze laten wel meer natuurlijk gedrag zien.
Kweken
Deze soort is redelijk makkelijk te kweken en in een aquarium met voldoende schuilplaatsen kunnen af en toe jongen tevoorschijn komen zonder interventie. Om meer jongen over te houden is het echter verstandig om ervoor te zorgen dat de vissen de eieren in een apart aquarium leggen. Dit aquarium moet gevuld zijn met voldoende planten, mossen of iets vergelijkbaars waar de eieren in gelegd kunnen worden. Een luchtfilter kan toegevoegd worden maar dit is niet noodzakelijk.
De meeste kwekers zetten een of twee mannetjes met twee of meer vrouwtjes in de kweekbak. Sommige vervangen het medium waar de eieren in gelegd worden elke paar dagen en laten de eieren uitkomen in een andere bak terwijl sommige de ouders uit de kweekbak halen als ze jonge visjes aan het wateroppervlak zien. De volwassen vissen zullen de eieren en de jongen opeten als ze ze zien dus om zoveel mogelijk jongen te behouden is het verstandig om de ouders apart te houden van de eieren.
Na 9 tot 12 dagen komen de eieren uit bij een temperatuur van 24 graden. Als de planten in het aquarium volwassen zijn zal het kroost van de microorgamismen op de planten kunnen leven en er kunnen enkele droge bladeren toegevoegd worden waar ze ook van kunnen eten. Als ze groot genoeg zijn kunnen ze bijvoorbeeld ook jonge artemia eten.