Beschrijving
Goud gourami
Gourami’s zijn labyrintvissen. Dit betekent dat ze zowel met hun kiewen als met hun labyrint orgaan adem kunnen halen. Als ze adem halen met hun labyrint orgaan halen ze zuurstof uit de lucht die ze inademen aan het wateroppervlak. Dit betekent dat ze kunnen overleven in zuurstofarm water. In een aquarium is het wel belangrijk dat er een goed passende deksel op het aquarium zit om een laag warme, vochtige lucht te krijgen voor de gourami’s om te ademen.
Algemene informatie
Latijnse naam: Trichogaster trichopterus spec gold
Familie: Osphronemidae
Maximale grootte: 11 – 13 cm
Temperatuur: 23 – 28 graden
pH: 6.0 – 7.5
Voeding
- Diepvries: artemia en witte mug
- Eigen merk tropisch granulaat
- Eigen merk vlokvoer
Herkomst
Deze Gourami’s komen vooral voor in het stroomgebied van de Mekong rivier, deze stroomt door onder andere zuid China, Viëtnam, Laos, Cambodia, Thailand, Myanmar en Maleisië. Ze zijn ook gevonden in noordelijke delen van Indonesië. De meeste exemplaren voor aquaria zijn gekweekt in oost Europa of Azië en wilde vissen zijn zeldzaam in winkels.
Ze leven in langzaam stromende wateren in de laaglanden met veel planten waaronder poelen, moerassen en plassen. In de lage en centrale delen van de Mekong rivier verhuizen veel populaties naar overstroomde delen van het land en ze gaan weer terug naar de rivier als deze delen opdrogen.
Inrichting van het aquarium
Een aquarium met veel planten maar met ook enkele open delen om te zwemmen is goed voor deze soort. Zorg voor een langzame stroming en veel schuilplaatsen.
Hoewel deze soort vaak aangeraden wordt voor gezelsschapsbakken is dit niet altijd het geval. Als ze volwassen zijn kan het voorkomen dat sommige vissen wrevelig worden terwijl andere gewoon vreedzaam blijven. De mannetjes zijn territoriaal en zullen met elkaar kibbelen en ze kunnen zeer agressief worden tijdens het paren. Ze kunnen het best gehouden worden met stevige vissen zoals grote tetra’s en zalmen, meervallen en andere middelgrote of grote gourami’s.
Kweken
De kweek is makkelijk, de eieren worden gelegd in bubbles. In de kweekbak moet het water niet hoger staan dan 15 tot 20 cm en er moeten veel drijfplanten in zitten. Er moet middelmatige filtratie zijn, hiervoor zijn luchtfilters goed geschikt. Het is aan te raden om 2 tot 3 vrouwtjes bij het mannetje te zetten omdat hij vrij ruw kan zijn met vrouwtjes die niet willen paren. De vissen moeten goed voorbereid worden met levend voer en als het vrouwtje vol zit met eieren zal het mannetje een groot nest maken van bubbels tussen de drijfplanten, hij kan ook kleine stukjes van de planten hiervoor gebruiken.
Nadat de eieren gelegd zijn drijven ze naar boven en het mannetje legt ze dan in het nest. Er worden meerdere keren eieren gelegd en er kunnen tussen de 500 en 1200 eieren in het nest liggen als ze klaar zijn. Nadat alle eieren gelegd zijn zal het vrouwtje weggejaagd worden en het is het beste om alle vrouwtjes uit de kweekbak te halen omdat ze anders erg gewond kunnen raken.
Het mannetje zal voor de eieren zorgen tot ze uitkomen, meestal na 20 tot 30 uur. Het broedsel wordt na 4 tot 5 dagen vrijzwemmend en dan moet ook het mannetje weggehaald worden. Ze kunnen gevoed worden met infusiediertjes voor de eerste week en daarna zijn ze groot genoeg om jonge artemia, microwormen en poedervoer te accepteren. De jonge vissen moeten goed in de gaten gehouden worden en ze moeten apart gezet worden als ze met verschillende snelheden opgroeien, anders zullen ze elkaar opeten.