Beschrijving
Ramirezi wildkleur
Dit is een van de meest geliefde soorten dwerg cichliden die in een aquarium gehouden worden. Omdat ze andere vissen met rust laten zijn ze ook zeer geschikt voor in een gezelschap bak, zolang de andere vissen niet agressief en territoriaal zijn. Het is niet de ideale vis voor beginners, omdat ze enigszins zuur water nodig hebben. Als ze dit niet hebben kan dit hun levensverwachting zeer verminderen.
Algemene informatie
Alternatieve naam: Antennebaarsje
Latijnse naam: Papiliochromis ramirezi
Alternatieve latijnse namen: Apistogramma ramirezi, Microgeophagus ramirezi
Familie: Cichlidae
Maximale grootte: 6 – 7 cm
Temperatuur: 25 – 30 graden
pH: 5.0 – 6.0
Voeding
Herkomst
De Ramirezi komt voornamelijk uit Venezuela en Colombia, maar wordt ook wel eens buiten deze landen gevonden. Ze leven hier in de rivieren van de grasvlaktes en licht beboste gebieden. Dit gebied overstroomt jaarlijks en verandert dan in een moerasachtig gebied. Het is het hele jaar door warm hier.
Inrichting van het aquarium
Deze soort stelt geen speciale eisen aan het aquarium, zolang er maar genoeg schuilplaatsen zijn. Deze kunnen bestaan uit keramische potten, stukken PVC pijp en andere decoratie. Voor een meer natuurlijkere bak kan de bodem het beste bedekt zijn met zand of fijn grind. Met takken en wortels kunnen dan schuilplaatsen en holen gemaakt worden en enkele platte rotsen als schuilplaatsen is ook aan te raden.
Het toevoegen van dode bladeren kan het aquarium nog natuurlijker maken naast de voordelige kwaliteiten dat deze hebben. Als de bladeren vergaan stimuleren ze namelijk de groei van belangrijke micro-organismen en verbeteren ze de waterkwaliteit. Daarnaast is het ook een uitstekende voedingsbron voor de kleine visjes. De bladeren kunnen in het aquarium blijven liggen tot ze helemaal vergaan zijn of na enkele weken vervangen worden met verse bladeren.
De stroming en filtratie in het aquarium mag niet te hoog zijn om de waterkwaliteit goed te houden. Regelmatige water wissels zijn aanbevolen, maar niet meer dan 10 tot 15 % van het aquarium, omdat dit grote veranderingen in de water waarden kan veroorzaken. Deze soort kan ook alleen in aquaria waar de water waarden stabiel zijn, dus niet in relatief nieuwe aquaria.
Ze zijn niet aan te raden voor een normale gezelschap bak, maar het is ook niet aan te raden om ze alleen in een aquarium te zetten. Het is aan te raden om er enkele groepen vreedzame charachids bij te doen die in het open water zwemmen. Tetra’s zijn een grote groep vissen die tot de Charachids horen en bijvoorbeeld de neon of kardinaal tetra’s zijn zeer geschikt voor bij Ramirezi’s. De Charachids stellen de Ramirezi’s gerust dat er geen roofdieren in de buurt zijn, dus dan laten ze zich meer zien. Agressieve en territoriale vissen, bijvoorbeeld andere (dwerg)cichliden, kunnen niet bij deze soort. Omdat ze vooral dicht bij de bodem leven kunnen ze ook een bedreiging vormen voor corydorassen en garnalen.
Een koppeltje moet in een aquarium van minimaal 60 centimeter. Het koppel zal dan naar verhouding een redelijk groot territorium vormen. Twee koppeltjes kunnen bij elkaar, maar alleen als het aquarium 120 centimeter over groter is. Ook de vrouwtjes strijden mee voor het territorium.
Kweken
De beste manier om deze soort te kweken is in een aquarium met geen andere vissen. Er lijken geen bijzondere triggers te zijn die het paren in gang zetten, de belangrijkste eisen zijn een goed dieet en goed onderhoud van het aquarium. De eieren zijn moeilijk om uit te laten komen en ze kunnen makkelijk schimmelen, dus het is belangrijk dat het water zeer schoon en zacht is. Onervaren paartjes eten in het begin soms hun jongen op maar naar enkele keren zullen ze dit niet meer doen. Tenzij er al paartjes beschikbaar zijn is het het beste om te beginnen met een groep jonge vissen waaruit de paartjes natuurlijk kunnen vormen. Zodra er een paartje gevormd is kan deze in een ander aquarium gezet worden.
Over het algemeen worden de eieren op harde, platte oppervlakken gelegd, bijvoorbeeld vlakke rotsen, drijfhout, een groot plantenblad of zelfs direct tegen de aquariumwand aan. Het vrouwtje legt eerst de eieren en daarna gaat de man ze langs om ze te bevruchten. Als je een groot aantal jongen wilt behouden en het paartje zit in een gezelschap bak is het aan te raden om de andere vissen er uit te halen zodra de eieren gelegd zijn.
Na twee tot drie dagen komen de eieren uit en de jongen bewegen zich vijf dagen hierna vrijwel niet, er hoeft dan ook niet extra gevoerd te worden. Zodra de jonge visjes vrij zwemmen kunnen ze gevoed worden met klein voer zoals microwormen en na twee tot drie dagen ook met groter voedsel zoals artemia.