Beschrijving
De voorzijde van het lichaam is oranje uitlopend naar achter, goud met zacht blauwe vlekken die doorlopen op de vinnen, de voorzijde en kop is geel tot oranje van kleur. Over het oog loopt een verticale helderblauwe streep, op de flank is een donkerblauwe oogvlek aanwezig.
Algemene informatie
Latijnse naam: Papiliochromis ramirezi sp. gold
Familie: Cichlidae
Herkomst: Venezuela en Colombia
Maximale grootte: 7 cm
Temperatuur: 24 tot 30 graden
pH: 5,0 – 6,0
Biotoop: Zuid Amerika
Voeding
Ze lusten klein levend voer zoals witte en zwarte muggenlarven, watervlooien en artemia, ook diepvriesvoer en droogvoer. Afwisselend voeren komt hun kleuren ten goede. Voer op verschillende plaatsen in het aquarium, want ze zijn soms erg traag met eten. Dit is voornamelijk het geval indien ze gehouden worden met grotere of drukkere vissen.
Hieronder de directe links naar ons voer:
Inrichting van het aquarium
Deze soort stelt geen speciale eisen aan het aquarium, zolang er maar genoeg schuilplaatsen zijn. Deze kunnen bestaan uit keramische potten, stukken PVC pijp en andere decoratie. Voor een meer natuurlijkere bak kan de bodem het beste bedekt zijn met zand of fijn grind. Met takken en wortels kunnen dan schuilplaatsen en holen gemaakt worden en enkele platte rotsen als schuilplaatsen is ook aan te raden. Je kan er enkele groepen vreedzame charachids bij doen die in het open water zwemmen. Tetra’s zijn een grote groep vissen die tot de Charachids horen en bijvoorbeeld de neon of kardinaal tetra’s zijn zeer geschikt voor bij Ramirezi’s. De Charachids stellen de Ramirezi’s gerust dat er geen roofdieren in de buurt zijn, dus dan laten ze zich meer zien. Agressieve en territoriale vissen, bijvoorbeeld andere (dwerg)cichliden, kunnen niet bij deze soort. Omdat ze vooral dicht bij de bodem leven kunnen ze ook een bedreiging vormen voor corydorassen en garnalen. Een koppeltje moet in een aquarium van minimaal 60 centimeter. Het koppel zal dan naar verhouding een redelijk groot territorium vormen. Twee koppeltjes kunnen bij elkaar, maar alleen als het aquarium 120 centimeter over groter is. Ook de vrouwtjes strijden mee voor het territorium.
Kweken
De beste manier om deze soort te kweken is in een aquarium met geen andere vissen. Er lijken geen bijzondere triggers te zijn die het paren in gang zetten, de belangrijkste eisen zijn een goed dieet en goed onderhoud van het aquarium. De eieren zijn moeilijk om uit te laten komen en ze kunnen makkelijk schimmelen, dus het is belangrijk dat het water zeer schoon en zacht is. Onervaren paartjes eten in het begin soms hun jongen op maar naar enkele keren zullen ze dit niet meer doen. Tenzij er al paartjes beschikbaar zijn is het het beste om te beginnen met een groep jonge vissen waaruit de paartjes natuurlijk kunnen vormen. Zodra er een paartje gevormd is kan deze in een ander aquarium gezet worden. Over het algemeen worden de eieren op harde, platte oppervlakken gelegd, bijvoorbeeld vlakke rotsen, drijfhout, een groot plantenblad of zelfs direct tegen de aquariumwand aan. Het vrouwtje legt eerst de eieren en daarna gaat de man ze langs om ze te bevruchten. Als je een groot aantal jongen wilt behouden en het paartje zit in een gezelschap aquaria is het aan te raden om de andere vissen er uit te halen zodra de eieren gelegd zijn. Na twee tot drie dagen komen de eieren uit en de jongen bewegen zich vijf dagen hierna vrijwel niet, er hoeft dan ook niet extra gevoerd te worden. Zodra de jonge visjes vrij zwemmen kunnen ze gevoed worden met klein voer zoals microwormen en na twee tot drie dagen ook met groter voedsel zoals artemia.