Beschrijving
Het lichaam van de Danio margaritatus is groenblauw tot donkerblauw van kleur. Daarnaast zijn er ook witte vlekken op het lijf te zien. Deze witte vlekken zijn de hier boven genoemde “parels”. De buik van deze vissen is fel rood net als de vinnen. Op de vinnen zelf is een zwart streep patroon waar te nemen. De staartvin is hierop een uitzondering. De basis kleur blauw van het lichaam loopt hierin over als een soort streep. De uiteinden van de vin zijn echter wel weer fel rood.
Algemene informatie
Latijnse naam: Danio margaritatus
Familie: Cyprinidae
Herkomst: Myanmar
Maximale grootte: 3 cm
Temperatuur: 20 tot 25 graden
pH: 7,0 – 7,5
Biotoop: Azië
Voeding
Deze vis eet graag diepvriesvoer, granulaat, levend voer.
Hieronder de directe links naar ons voer:
Inrichting van het aquarium
Deze Danio’s zijn ten opzichte van andere grotere vissoorten erg verlegen. Dit kan ervoor zorgen dat de Danio’s niet genoeg eten binnen krijgen. Houd ze daarom niet bij grote of dominante vissoorten. Onderling kan de Danio margaritatus nogal agressief zijn. Vaak zullen de mannetjes pronken en achter elkaar aan zitten. Gescheurde vinnen zijn dan ook eerder een regel dan een uitzondering. Echte schade door onderlinge agressie kan worden voorkomen door een grote school te nemen. Hoe groter hoe beter. De agressie word zo beter verdeeld tussen de vissen. Hierdoor kunnen alle vissen af en toe rust krijgen en is er niet één vis constant het slachtoffer. Het aquarium moet tenminste 60 cm zijn.
Kweken
Het kweken van de Rasbora Galaxy kan het beste gebeuren in een apart kweek aquarium. Deze kan worden ingericht met veel fijnbladige planten en met name Javamos. In deze planten leggen de vissen hun eitjes. Naast planten kan ook worden gekozen om afzetmoppen in het aquarium te doen. Ook hierin zullen de vissen graag de eitjes afzetten. Per keer leggen de vrouwtjes tot 30 eitjes. Deze zijn ongeveer 1 millimeter groot. Dit is net iets kleiner dan de stippen op de flanken van de vissen. Na 3 à 4 dagen zullen de jongen uit het ei kruipen. Weer vier dagen later zullen de vissen ook vrij rond gaan zwemmen. Ze zullen zich dan in eerste instantie voeden met micro organismen. Geef de jongen aanvullend voer in de vorm van pantoffeldiertje en heel fijn stofvoer. Als de jongen wat groter zijn kunnen ze pas artemia naupliën of microwormen eten.