Beschrijving
De rug van deze vis is ietsje grijsblauw, de zijden van zijn lichaam zijn geel glanzend, naar achter overlopend in rood. De buik is witachtig en achter de kieuwdeksels zitten twee donkere verticaal staande schoudervlekken. De Rode Rio is knotsvormig en zijdelings afgeplat, en de aarsvin is langer dan de rugvin.
Algemene informatie
Latijnse naam: Hyphessobrycon flammeus
Familie: Characidae
Herkomst: Rio de Janeiro
Maximale grootte: 4 cm
Temperatuur: 20 tot 24 graden
pH: 6,0 – 7,5
Biotoop: Zuid Amerika
Voeding
Hyphessobrycon flammeus zijn alleseters, zoals zwarte muggenlarven, cyclops, watervlooien en droogvoer. Door het voeren van artemia komt de rode kleur mooier uit. Zorg voor voldoende afwisseling.
Hieronder de directe links naar ons voer:
Inrichting van het aquarium
Deze soort heeft een aquarium nodig met voldoende ruimte om te zwemmen. Daarnaast is het aan te raden om veel schuilmogelijkheden te bieden in de vorm van een dichte randbeplanting. Een donkere bodem zal de kleuren beter doen uitkomen. Ook gedimde verlichting wat bijvoorbeeld gedaan kan worden met drijfplanten. De Hyphessobrycon flammeus houd niet van veel stroming in het water. Zorg daarom voor weinig stroming in de bak. De Rode Rio is een echte scholenvis en moet daarom absoluut met meerdere soortgenoten worden gehouden. Als er te weinig soortgenoten zijn, is er een kans dat ze agressief worden. Bij voldoende soortgenoten is het een rustig vredelievend visje. Houdt ze daarom in een schooltje van minimaal 6 tot 8 exemplaren.
Kweken
Om tijdens de kweek ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk jongen overleven is het aan te raden om een kleine aparte bak op te zetten. Om de Hyphessobrycon flammeus zo goed mogelijk in de stemming voor afzetten te krijgen moet het licht zoveel mogelijk worden gedimd. In de bak moeten veel fijn bladerige planten of afzet moppen zitten. Hier kunnen de vissen hun eitjes in afzetten. De pH moet rond de 5,5-6 liggen en de DH tussen 1 en 5. De temperatuur moet op 26-28 graden Celsius staan. Om de vrouwtjes en de mannetjes in een goede conditie te krijgen voor het paren kun je ze eerst apart houden. Dit kan het aantal afgezette eitjes vergroten. Na 24-36 uur zullen de eitjes uitkomen en na 3 tot 4 dagen zullen de jongen vrij rondzwemmen. De vissen eten de eitjes en jongen op dus het is aan te raden om de ouderdieren na het afzetten uit te vangen. De jongen eten zo klein mogelijk voer. Dus infusoriën, pas uitgekomen artemia naupliën en fijn stofvoer.