Beschrijving
Algemene informatie
Latijnse naam: Synodontis petricola
Familie: Mochokidae
Herkomst: Tanganyika
Maximale grootte: 10 cm
Temperatuur: 22 tot 24 graden
pH: 7,5 – 8,5
Biotoop: Afrika
Voeding
De Petricola is een echte alleseter, zij zorgen ervoor dat eventuele voedselresten tussen de rotsen worden opgeruimd. het is wel belangrijk om in de gaten te houden of ze voldoende voer krijgen. Alleen ’s ochtends voeren betekend dat er ’s avonds als de lichten uitgaan er (vrijwel) geen voer over is. Er zal dan na het uitgaan van de lichten (of vlak ervoor) nog wat bijgevoerd moeten worden.
Hieronder de directe links naar ons voer:
Inrichting van het aquarium
Het is een soort die voornamelijk ’s nachts actief is en overdag tussen de rotsen uitrust. Ze kunnen hierbij minuten achter elkaar doodstil op dezelfde plek blijven liggen. Zodra de lichten uitgaan of gedempt worden, zie je ze actiever worden. Dieren die alleen of slechts met zijn tweeën worden, kwijnen vaak weg. Het is beter om ze in een groepje van 5 of meer te houden, het gezelschap van soortgenoten is voor deze soort zeer belangrijk. Je kan ze al houden in een aquarium van tenminste 80 cm.
Kweken
Hiervoor gebruikt men de zogenaamde bloempot of knikkermethode. Vul hiervoor een schaaltje met knikkers. Zet hier een bloempot op zijn kop overheen. Maak in de zijkant een gat van ongeveer 3-4 centimeter zodat de Synodontis petricola er net doorheen kan en de grotere cichliden niet. Je hebt nu een donker hol waarin ze de eieren kunnen afzetten. De knikkers zorgen ervoor dat andere vissen, maar zeker ook de ouders, niet bij de eieren kunnen om ze op te eten. Na de paring moeten de eieren binnen 24 uur worden verwijderd omdat ze anders beschimmelen. De eieren kun je in een kweeknetje plaatsen in het aquarium van de ouders. Witte (niet bevruchte) eieren en eieren die beschimmeld zijn direct verwijderen omdat ze anders ook de anderen beschimmelen. Nadat de eieren zijn uitgekomen zijn het nog larfjes die nog teren op hun dooierzak. De eerste dagen hoef je ze dus nog niet te voeren. Zodra de dooierzak op is, kun je beginnen met voeren van vers uitgekomen artemia, cyclops en fijn stofvoer.