Beschrijving
Het schild van deze slak heeft een unieke vorm. Daarnaast is de Tylomelania ook verkrijgbaar in verschillende kleuren schild en lichaam en met verschillende maximale groottes.
Algemene informatie
Latijnse naam: Tylomelania spec orange
Familie: Pachychilidae
Herkomst: Sulawesi
Maximale grootte: 7 cm
Temperatuur: 24 tot 28 graden
pH: 4,5 – 7,0
Biotoop: Azië
Voeding
Ze eten o.a. spirulina-poeder, vegetarisch aanvullingsvoer, tabletten met hoog aan dierlijk eiwit, enkel groentegewassen, dode garnalen, vissenvoer en garnalenvoer worden genomen door verschillende soorten.
Hieronder de directe links naar ons voer:
Inrichting van het aquarium
De meeste Tylomelania soorten kunnen goed in aquaria vanaf 60 centimeter, maar omdat dit een van de grotere soorten is is een aquarium van minimaal 80 centimeter aan te raden. Dichte beplanting en veel decoratie is niet wenselijk voor deze slak, omdat hij veel ruimte nodig heeft om te kunnen bewegen. De bodem van het aquarium kan het beste bedekt zijn met modder, zand of fijn grind met enkele grote rotsen. Dan kan de slak namelijk kiezen op wat voor bodem hij wil leven. Met decoratie, bijvoorbeeld stapels platte stenen, kunnen een aantal schaduwplekken gemaakt worden waar de slak zich kan verbergen. Alle soort Tylomelania zijn geschikt voor gezelschap bakken, ze zijn vreedzaam en niet territoriaal. Ze gaan goed samen met garnalen, corydorassen en andere vissen die de slakken met rust laten. De slakken komen pas echt goed tot leven als ze in een aquarium met weinig andere vissen zitten of zelfs helemaal alleen, misschien met enkele garnalen erbij. Er moet wel goed op gelet worden dat er niet teveel vissen hetzelfde eten als de Tylomelania zodat de slak altijd eten kan vinden. Verschillende soorten Tylomelania kunnen ook goed bij elkaar, maar dan bestaat de kans wel dat er kruisingen ontstaan. Het is niet bekend of deze kruisingen ook vruchtbaar zijn.
Kweken
Het mannetje bevrucht het vrouwtje met een spermavofoor. Het vrouwtje kan nu eieren bevruchten, elk ei heeft een eigen sectie van haar broed zak. Zodra de embryo voldoende gegroeid is zal het vrouwtje het uit haar slakkenhuis halen en lost het ei op. De jonge slak is dan 0,25 tot 1,75 centimeter groot, afhankelijk van de soort, en hij is al zelfredzaam. De Tylomelania’s krijgen niet veel jongen, meestal maar een per tijdsinterval, en de jongen hebben lang nodig om groot te worden. Over het algemeen krijgen de grotere soorten minder maar wel grotere jongen dan de kleinere soorten van de Tylomelania.
